Reduceren van frictie op transportbanden met een neusovergang
Transportbanden met één of twee neusovergangen (mesovergang) verbruiken meer vermogen dan transportbanden met galagerde pulleys. Dat is een feit. Maar we krijgen ook regelmatig vragen over een aandrijving die slipt, of motoren die oververhit raken en uitschakelen. Deze problemen kunnen ontstaan door frictie tussen de statische neusovergang en de gespannen band. Om dit aan te pakken moeten we weten hoe frictie optreedt. Er zijn verschillende belangrijke factoren:
- Materiaal van de neusovergang
- De neusovergangradius
- De contactboog met de neusovergang
- De sterkte van de band
- Frictie tussen de band en de neusovergang
- De spanning in de band
Dit zijn onze aanbevelingen voor het reduceren van de frictie:
- neusovergangen moeten zijn gemaakt van hard, glad materiaal zoals roestvast staal met een gepolijst oppervlak, of verchroomd staal
- Zo mogelijk moet de neusovergangradius beperkt zijn tot een minimum van 3 mm en een maximum van 6 mm
- De contactboog moet zo klein mogelijk worden gehouden. Hoe kleiner de contactboog, des te minder frictie ontstaat
- Neem een band met een lage k1% waarde, voor smalle bandbreedtes hebben 1-laags transportbanden de voorkeur. Om bij brede banden de laterale stabiliteit te waarborgen die nodig is om overlap van de transportband in het midden te voorkomen, kan een 2-laagse band nodig zijn. In het algemeen moeten banden met een lagere sterkte worden gebruikt, om de kracht op de neusovergang minimaal te houden
- Transportbanden moeten een lage wrijvingcoëfficiënt hebben op de loopzijde. Denk eraan dat geïmpregneerd weefsel minder snel beschadigd raakt dan niet-geïmpregneerd weefsel. Wanneer het weefsel beschadigd raakt wordt het pluizig en wordt de frictiecoëfficiënt aanzienlijk hoger dan bij een nieuwe band. Gebruik ook nooit een stalen aandrijfpulley met groeven of kartels, omdat dit leidt tot overmatige slijtage aan de loopzijde van de band
- Omdat de spanning in de band frictie veroorzaakt tussen de band en neusovergang, is het raadzaam een lagere spanning te gebruiken dan die standaard wordt toegepast. Om deze lage spanning mogelijk te maken zonder slip op de aandrijfpulley, moet deze worden bedekt met een slijtbestendig polymeer dat de coëfficiënt tussen de band en de aandrijfpulley verdubbelt. De contactboog met de aandrijfpulley is ook belangrijk. Door een contactboog te gebruiken van 204°, is het vermogen dat wordt overgebracht bijna twee keer zoveel als bij een contactboog van 180° (gebaseerd op de formule van Eytelwein). We helpen u graag bij uw berekening van de beste contactboog voor uw toepassing.
Heeft u vragen? Neem voor advies gerust contact met ons op via het contact formulier.
U bent wellicht ook geïnteresseerd in:
